• De Amerikaanse centrale bank heeft beleggers deze week wakker geschud met de boodschap dat rentes voor langere tijd hoger kunnen blijven.
  • De aanhoudende zorgen over hardnekkige inflatie worden op korte termijn extra gevoed door stijgende energieprijzen.
  • Beursexperts Michael Nabarro en Gökhan Erem laten zien waar aandelenbeleggers op moeten letten, nu een gure periode dreigt.

ANALYSE – Alle ogen waren deze week gericht op de rentevergadering van de Amerikaanse centrale bank. Niet zozeer het rentebesluit zelf trok de aandacht – de beleidsrente bleef zoals verwacht onveranderd – maar vooral de verwachtingen van de Fed-bestuurders voor de verdere ontwikkeling van de rente. De zogenoemde ‘dot plot’ bracht financiële markten in beweging.

De dot plot is een grafiek die laat zien wat elk lid van het beleidscomité van de Federal Reserve denkt op de korte en langere termijn. Elke “stip” vertegenwoordigt de individuele prognose van één van de centrale bankiers.

Wat bleek is dat twaalf van de negentien Fed-bestuurders ervan uitgaan dat de beleidsrente dit jaar nog een keer wordt verhoogd. Maar wellicht belangrijker was dat de centrale bankiers in 2024 en 2025 minder renteverlagingen voorzien vergeleken met eerdere prognoses.

Voorheen werd er rekening gehouden met vier keer een renteverlaging van 0,25 procentpunt in zowel 2024 als het jaar daarna. De huidige verwachting gaat uit van twee renteverlagingen van een kwartje in 2024 en twee verlagingen in 2025.

Kortom, de leenkosten blijven langer op een hoog niveau, omdat het gevecht tegen de inflatie nog niet voorbij is. Dit alles tegen de achtergrond van een Amerikaanse economie die nog steeds relatief sterk presteert, deels als gevolg van de robuuste arbeidsmarkt.

Rentes naar nieuwe jaarrecords

Op zich is de boodschap dat rentes voor langere tijd op een hoger niveau blijven niet nieuw. De Federal Reserve verkondigt dat al geruime tijd, maar dit werd door aandelenbeleggers min of meer genegeerd.

Inmiddels lijkt dit vooruitzicht echter door te sijpelen naar de markten. In de VS scherpten obligatierentes deze week jaarrecords aan bereikten rentes met diverse looptijden niveaus die we sinds 2007 niet hebben gezien.

In de grafiek hieronder tonen we de koers van de 10-jaars staatsobligatie in de VS, die tegengesteld beweegt aan de 10-jaars rente. De koers is onder de onderste horizontale lijn gebroken, die overeenkwam met een 10-jaars rente van 4,4 procent.

Het uitnemen van deze steunlijn betekent dat de koers van deze obligatie verder onder druk kan komen, waarbij de 10-jaars rente in de VS door kan stijgen naar een niveau van 4,75 procent tot 5 procent. Vrijdagavond probeerde de koers de neerwaartse uitbraak te neutraliseren tot boven het niveau van de steunlijn, maar die beweging miste kracht.

Het technisch beeld signaleert hiermee dat het nog te vroeg is om te spreken over een top van de rentestijging op de obligatiemarkt.

Als we de Federal Reserve mogen geloven, zitten we wat betreft de beleidsrente van de centrale bank wel tegen het einde van de huidige cyclus van renteverhogingen aan. Feit blijft echter dat de inflatie behoorlijk hardnekkig is en dat de doelstelling van 2 procent inflatie die de centrale bank hanteert, nog redelijk ver weg is.

Hardnekkige inflatie: stijgende olieprijs vormt extra risico

In eerdere bijdragen hebben we aangegeven dat het een lastige opgave is om de inflatie structureel omlaag te krijgen, gelet op onder meer de ontwikkelingen rond de-globalisatie die voor hogere kosten zorgen in toeleveringsketens, de fiscale spenderingsdrift van overheden met een dure groene agenda’s en de druk van werknemers die een hoger salaris eisen. Allemaal factoren die prijsopdrijvende effecten hebben.

Bovendien zijn er de energieprijzen waar de centrale bankiers nauwelijks invloed op hebben. Vrijdag noteerde een vat Brent-olie ongeveer op 94 dollar per vat. Veel analisten verwachten dat de eerstvolgende halte ergens rond de 100 dollar per vat zal liggen.

De stijging van olieprijzen wordt vooral gevoed door een dreigend aanbodtekort, nu Saudi-Arabië en Rusland hun productiebeperkingen doorzetten. Het recente nieuws dat Rusland aankondigde dat het de export van benzine en diesel tijdelijk zal verbieden, zal de boel waarschijnlijk nog verder onder druk zetten het toch al krapper wordende aanbod nog verder onder druk zal zetten.

Hieronder tonen we de grafiek van Brent-olie. Te zien is dat de koers het begin van deze maand het proces van lagere toppen heeft doorbroken (groene horizontale lijn).

Inmiddels is ook inmiddels het 50-daags voortschrijdend koersgemiddelde (groene trendlijn) boven het 200-daags gemiddelde (gestippelde trendlijn) terecht gekomen. Deze "positieve cross" signaleert in technische zin de omslag naar een stijgende trend.

De eerstvolgende halte is technisch bezien de rode horizontale lijn net onder de 99 dollar per vat.

Belangrijke steunzone Amerikaanse S&P 500 bereikt

We hebben dus te maken met stijgende rentes en een oplopende olieprijs die op korte termijn een inflatoire impuls kan geven. Hoe reageren aandelenmarkten daarop?

Hieronder kijken we naar het koersbeeld bij de toonaangevende S&P 500-index. Die is deze week mede door de oplopende rentes teruggevallen richting het eerste belangrijke steunniveau rondom de 4.300 punten.

Het piept en kraakt en onze verwachting blijft dat grofweg onder de 4.300 punten en een beetje een aanval te verwachten valt op de 4.200 punten verwachten. Dan wordt het spannender, want bij een daling van de S&P 500-index onder de 4.200 punten, en dus ook onder het 200-daags koersgemiddelde (dikke stippellijn), is het echt mis.

Tenslotte werpen we een blik op de door technologiefondsen gedomineerde Nasdaq-100 index. Het technische beeld is ook hier verzwakt.

De koers van de Nasdaq 100 is aangekomen bij de opgaande steunlijn evenals het bodemniveau van augustus rond de 14.600 punten, mede als gevolg van de oplopende rentes die over het algemeen groeiaandelen harder raken.

Als deze niveaus sneuvelen lijkt een verdere daling richting het 200-daags koersgemiddelde (stippellijn) waarschijnlijk en dat is toch alweer zo’n acht procent lager.

Kortom, de standvastige toon van de centrale bankiers en de boodschap dat rentes voor langere tijd hoger zullen blijven, heeft het sentiment geen goed gedaan.

Technisch gezien zijn belangrijke tests aanstaande voor zowel de S&P 500-index als de Nasdaq-100. Die moeten aantonen of de positieve trends houdbaar zijn, of dat de technische trends en het fundamentele beeld meer in de pas gaan lopen.

Komende week zal de aandacht verschuiven naar cijfers over de Amerikaanse economische groei en inflatie. Intussen maken beleggers zich weer op voor het volgende bedrijfscijferseizoen dat half oktober van start gaat. Daarover volgende week meer!

Michael Nabarro, Chartered Market Technician (CMT), Gökhan Erem, ook CMT, zijn onafhankelijke beleggingsspecialisten die beide meer dan 25 jaar werkzaam zijn in de financiële sector. Met gedegen kennis en ruime ervaring bedienen zij professionele en particuliere beleggers aan de hand van hun methodisch onderbouwde, actieve beleggingswijze.

Deze column bevat meningen en bevindingen van de auteurs. De financiële waarden die in dit schrijven genoemd worden kunnen onderdeel uitmaken van de beleggingen van de auteurs als ook van hun relaties.

Deze column is niet bedoeld als advies in enige vorm en dient als niet-gepersonaliseerde informatie over de financiële markten.